bostuin
Nederlands
Woordafbreking
- bos·tuin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en tuin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bostuin | bostuinen |
verkleinwoord | bostuintje | bostuintjes |
Zelfstandig naamwoord
bostuin m [1]
- door bomen beschaduwde tuin
- Het IVN kreeg een bijdrage van 1.500 euro voor de nog aan te leggen vlindertuin, bostuin en struinpad in park Stakenkamp.En de Oldenzaalse imkervereniging kan de toegekende 500 euro gebruiken voor haar project Imker in de klas. [2]
- Hij staat op eerste verdieping van zijn huis, Albert Gietelink (89). Het is er stil. Het verkeer buiten op de singel gaat schuil achter een wal en een grote rij bomen. In de grote, wilde bostuin loopt een pauw. "Sommige mensen weten niet eens dat dit huis hier ligt." [3]
- Drie glaszetters komen de ruiten plaatsen. Een van hen roemt de voordelen van de ingreep: we zullen absoluut veel minder energie gaan verbruiken. Maar dat niet alleen: de geluidsisolatie is minstens zo belangrijk. Om zich heen kijkend in de bostuin zegt hij bedremmeld: „Maar je hoort hier natuurlijk alleen de vogels...” Om dapper te vervolgen: „Nou, die ben je dan ook kwijt.” [4]
Gangbaarheid
- Het woord bostuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bostuin' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 11-04-16 Duurzaamheidsprijs uitgereikt Hulsbeekdag in Oldenzaal
- Tubantia Herman Haverkate 19-03-17 Na 40 jaar neemt Almeloër Ab Gietelink (89) afscheid van zijn Schuilenburg
- NRC Jelis van Dolderen 14 november 2016 Dubbel glas
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.