bosrijk
Nederlands
Woordafbreking
- bos·rijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en rijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bosrijk | bosrijker | bosrijkst |
verbogen | bosrijke | bosrijkere | bosrijkste |
partitief | bosrijks | bosrijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bosrijk [1]
- gekenmerkt door een verhoudingsgewijs groot aantal bossen; rijk aan bos
- De Veluwe is een bosrijke omgeving.
Vertalingen
1. gekenmerkt door een verhoudingsgewijs groot aantal bossen; rijk aan bos
Gangbaarheid
- Het woord bosrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bosrijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.