boomzaag

Nederlands

Éénhands boomzaagje met beugel
Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·zaag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomzaag boomzagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

boomzaag v / m

  1. (gereedschap) lange, brede spanzaag om bomen mee door te zagen

Gangbaarheid

  • Het woord boomzaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.