bondsraad
Nederlands
![](../I/m/Bondsraad_AbvaKabo_in_Utrecht_links_voorzitter_J._van_der_Scheur%2C_Bestanddeelnr_932-7848.jpg)
[1] bondsraad AbvaKabo (vakbond)
Woordafbreking
- bonds·raad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bond zn en raad zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bondsraad | bondsraden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bondsraad m [1]
- hoogste orgaan bij een vereniging
- De Bondsraad van FNV Bondgenoten heeft met een grote meerderheid ingestemd met het sociaal akkoord dat onlangs is gesloten tussen kabinet en de sociale partners. 77 procent van de bondsraadsleden stemde in met het akkoord.[2]
- vertegenwoordiging van deelstaten op federaal niveau
- Homo’s en lesbiennes in Duitsland kunnen definitief met elkaar trouwen. De wet voor de openstelling van het huwelijk voor homo’s nam vrijdag met de goedkeuring van de Bondsraad de laatste hindernis in het parlementaire proces.[3]
Gangbaarheid
- Het woord bondsraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bondsraad' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Anouk Eigenraam 19 april 2013
- de Telegraaf 07 jul. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.