bondsdag
Nederlands
Woordafbreking
- bonds·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bond en dag met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bondsdag | bondsdagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bondsdag m [1]
- het parlement van de Bondsrepubliek Duitsland
- Het scheelde weinig, maar vier jaar geleden lukte het de Alternative für Deutschland (AfD) niet om in de Bondsdag te komen. De nieuwe partij bleef net onder de kiesdrempel van vijf procent steken. De kans is groot dat het dit jaar wél lukt. In september mogen de Duitsers een nieuw parlement kiezen en de AfD staat in de peilingen op zo’n 9 procent. In de parlementen van elf van de zestien deelstaten is de partij al vertegenwoordigd. Een grotere rol in de nationale politiek lonkt. Maar de afgelopen maanden heeft de partijtop meer energie gestoken in een interne machtsstrijd, dan in de sprong naar de Bondsdag. De andere partijen zien dat handenwrijvend aan. Als de AfD blijft ruziën, zal dat ongetwijfeld stemmen kosten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bondsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.