boemeltrein
Nederlands
Woordafbreking
- boe·mel·trein
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘stoptrein’ voor het eerst aangetroffen in 1876 [1]
- samenstelling van boemel ww en trein [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boemeltrein | boemeltreinen |
verkleinwoord | boemeltreintje | boemeltreintjes |
Gangbaarheid
- Het woord boemeltrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boemeltrein' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.