boemeltrein

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·mel·trein
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘stoptrein’ voor het eerst aangetroffen in 1876 [1]
  • samenstelling van  boemel ww  en  trein   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord boemeltrein boemeltreinen
verkleinwoord boemeltreintje boemeltreintjes

Zelfstandig naamwoord

boemeltrein m

  1. (spoorwegen) stoptrein
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boemeltrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.