blutsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blut·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
blutsen
blutste
geblutst
zwak -t volledig

Werkwoord

blutsen [2]

  1. overgankelijk een bluts (deuk) slaan in
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • uitblutsen
Afgeleide begrippen
  • blutsing, blutskoorts
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

blutsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bluts

Gangbaarheid

  • Het woord blutsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.