bluts
Nederlands
Woordafbreking
- bluts
Afgeleide begrippen
- blutsen, blutskoorts
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blutsen |
bluts
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blutsen
- Ik bluts.
- gebiedende wijs van blutsen
- Bluts!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blutsen
- Bluts je?
Gangbaarheid
- Het woord bluts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bluts' herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "bluts" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- bluts op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- bluts op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.