blootstellen
Nederlands
Woordafbreking
- bloot·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloot en stellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blootstellen |
stelde bloot |
blootgesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
blootstellen
- overgankelijk ~ aan in aanraking doen komen met een besmetting of straling
- Hij besefte niet dat hij daarmee blootgesteld werd aan radioactive besmetting.
- wederkerend zich ~ zichtbaar maken, kwetsbaar opstellen
- In het huidige eredivisieseizoen werden ook bestuurders bedreigd. In Heerenveen legde voorzitter Anne Hettinga van het stichtingsbestuur direct zijn functie neer nadat zo’n vijftig man hem thuis in Sneek had opgezocht. „Ik wil mijn gezin en mezelf niet langer blootstellen aan de omstandigheden van de afgelopen 48 uur”, verklaarde Hettinga. Feyenoord-directeur Eric Gudde zei het niet voor niets: het gezin is de „achilleshiel” van de voetbalbestuurder.[1]
Vertalingen
1.in aanraking doen komen met
Gangbaarheid
- Het woord blootstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blootstellen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Fabian van der Poll & Steven VerseputNRC 2 februari 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.