bloemenkrans
Nederlands
Woordafbreking
- bloe·men·krans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem zn en krans zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemenkrans | bloemenkransen |
verkleinwoord | bloemenkransje | bloemenkransjes |
Zelfstandig naamwoord
bloemenkrans m
- ringvormig vlechtwerk van bloemen als eerbetoon of versiering
- In 'Bella en de beer' (…) is de schone een typische jugendstil-vrouw met een bloemenkrans in haar lange, blonde haar en een sierlijk gedrapeerde jurk. [2]
- De Koning, de Koningin en de overige leden van de Familie verlieten het gloednieuwe gebouw langs de gerestaureerde kapel van Nassau om enkele meters lager en verder een bloemenkrans neer te leggen voor het standbeeld. [3]
- 1. Schilderij van een bloemenkrans rond een nis.
- 1. Bloemenkrans van klaprozen op een Engels oorlogsmonument.
- 1. Polynesische vrouw met een bloemenkrans in het haar.
Synoniemen
- bloemkrans
Gangbaarheid
- Het woord bloemenkrans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Coillie, J. van "Van Blauwbaard tot Roodlapje. Een aanzet tot de illustratiegeschiedenis van het sprookje in Nederland en Vlaanderen" in: Literatuur zonder leeftijd. jrg. 22 nr. 75 (voorjaar 2008) Biblion Uitgeverij, Leidschendam ; ISBN 978 90 5483 812 8; p. 27; geraadpleegd 2018-09-26
- Liebaers, H. "Van boek tot kroon" in: De Gids. jrg. 154 nr. 4 (april 1991) Meulenhoff Nederland, Amsterdam; p. 287; geraadpleegd 2018-09-26
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.