bloedproef
Nederlands
Woordafbreking
- bloed·proef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloed en proef
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloedproef | bloedproeven |
verkleinwoord | bloedproefje | bloedproefjes |
Zelfstandig naamwoord
bloedproef v/m [1]
- onderzoek van bloed met name naar de aanwezigheid van alcohol of drugs
- Een auto heeft tijdens een politieachtervolging in een buitenwijk van Almelo op zaterdagnacht een spoor van vernielingen achtergelaten. De politie kon de drie inzittenden pas arresteren nadat het voertuig met hoge snelheid op een geparkeerde auto botste. Bij arrestatie bleek dat de bestuurder nog vijftig dagen celstraf had openstaan. Ook zat er iemand in de auto die bekend was bij de politie vanwege eerdere drugsgerelateerde overtredingen. De politie heeft een onderzoek ingesteld naar het voorval, inclusief een bloedproef bij de bestuurder.[2]
- onderzoek van het bloed om ziektes op te sporen
- De minister ging akkoord met de proef na een van advies van de Gezondheidsraad. Het College voor Zorgverzekeringen brengt binnenkort advies uit over de vraag of de bloedproef wordt gedekt door zorgverzekeraars.[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bloedproef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bloedproef' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Len Maessen 19 maart 2017
- NRC Laura Klompenhouwer 17 december 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.