blijgeestig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blij·gees·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blijgeestigblijgeestigerblijgeestigst
verbogen blijgeestigeblijgeestigereblijgeestigste
partitief blijgeestigsblijgeestigers-

Bijvoeglijk naamwoord

blijgeestig [1]

  1. fris en vrolijk
    • Voor het overige is Nieuwpoort 1600 een nogal oppervlakkige veldtocht-kroniek waarvan de feitelijkheid zo nu en dan door oneigenlijk bronnengebruik te wensen over laat. Zo wordt een uiterst verdacht boek als Neêrlands heldendaden te lande (1845) klakkeloos geciteerd om de lezer wijs te maken dat Maurits enkele uren voor de slag `opgeruimd en blijgeestig in het voorkomen was'. Over een Maurits-anekdote van de hand van een andere negentiende-eeuwer, merkt Verhoef doodleuk op: `Hoewel [] Jacob van Lennep, hier hoogstwaarschijnlijk met de waarheid aan de haal is gegaan, geeft de anekdote aardig de stemming weer'. Zulke losse flodders ondergraven de overtuigingskracht van zijn studie. [2] 
    • 'Het campagnebeeld van 2012 is een ongewoon en blijgeestig plaatje dat onmiddellijk tot de verbeelding spreekt. De mythische en sprookjesachtige figuur van de draak en de levenslustige jongedame vormen een verrassende combinatie die meteen voor een enthousiaste sfeerzetting zorgt', zegt het Gentse stadsbestuur. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blijgeestig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.