blank

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blank
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blankblankerblankst
verbogen blankeblankereblankste
partitief blanksblankers-
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘blinkend, wit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

blank

  1. verwijzend naar iemand met witte (eigenlijk roze) huidskleur
    • In noordelijke gebieden is een blanke huidskleur voordelig want dan kun je meer vitamine D aanmaken maar je bent ook minder goed tegen de zon beschermd. 
  1. niet beschreven of bedrukt
    • Heb je nog een blank velletje papier voor me? 
  1. kleurloos, transparant
    • ik ga die tafel met blanke lak behandelen 
  1. bedekt met water, overspoeld
    • De hele keuken stond blank. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

blank

  1. losse flodder
  2. (scheikunde) een monster dat behalve de stof die het onderwerp van studie is, alle ingrediënten bevat die aanwezig zijn in de andere monsters.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.