blank
Nederlands
Woordafbreking
- blank
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | blank | blanker | blankst |
verbogen | blanke | blankere | blankste |
partitief | blanks | blankers | - |
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘blinkend, wit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
Bijvoeglijk naamwoord
blank
- verwijzend naar iemand met witte (eigenlijk roze) huidskleur
- In noordelijke gebieden is een blanke huidskleur voordelig want dan kun je meer vitamine D aanmaken maar je bent ook minder goed tegen de zon beschermd.
- niet beschreven of bedrukt
- Heb je nog een blank velletje papier voor me?
- kleurloos, transparant
- ik ga die tafel met blanke lak behandelen
- bedekt met water, overspoeld
- De hele keuken stond blank.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord blank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blank' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
blank
- losse flodder
- (scheikunde) een monster dat behalve de stof die het onderwerp van studie is, alle ingrediënten bevat die aanwezig zijn in de andere monsters.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.