bipolariteit
Nederlands
Woordafbreking
- bi·po·la·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding polariteit met het voorvoegsel bi-
- afgeleid van bipolair met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bipolariteit | bipolariteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bipolariteit v
- twee uitersten hebbend, twee uiterste toestanden kennend
- Volgens hen zou er veel gewonnen zijn als „er in het Nederlandse systeem meer bipolariteit komt.” Dat houdt in dat het politieke krachtenveld niet verbrokkelt in een veelheid van kleine partijen, maar dat de burger in de gelegenheid wordt gesteld om te kiezen voor hetzij een links, hetzij een rechts machtsblok. [1]
- Lovato maakt zich al jaren sterk voor voorlichting over geestelijke gezondheid en heeft meerdere malen openlijk gesproken over haar bipolariteit. [2]
Gangbaarheid
- Het woord bipolariteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bipolariteit' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 18-04-2014 Prof. dr. James Kennedy: Zeuren is niet erg, dat hoort juist bij democratie
- Tubantia 25-01-18 Demi Lovato biedt fans voor concert gratis groepstherapie aan
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.