bilspier
Nederlands
de grote bilspier
Woordafbreking
- bil·spier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bil en spier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bilspier | bilspieren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bilspier v/m [1]
- een van de drie spieren bij de bil (de grote, middelste en kleine bilspier)
- Dokter Yen van Organon ligt op kop en spuit een ‘thunderbolt’ in de bilspier van de naamloze Organonrenner, die met een overdosis aan pijnremmers, testosteron en crack als eerste over de finish gaat. Hij rent meteen door naar de huldiging, maar de renner zit zo vol drugs dat hij de rondemiss zonder pardon op het podium verkracht. Negen maanden later wordt de echte hoofdpersoon geboren: het meisje Céline. De moeder belooft haar een ‘super, super, supermooi leven’. Dat heeft ze zelf niet gehad en uit bescherming besluit ze de navelstreng te laten zitten. [2]
Gangbaarheid
- Het woord bilspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bilspier' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.