bijtwond
Nederlands
Woordafbreking
- bijt·wond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bijten ww en wond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijtwond | bijtwonden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bijtwond v/m
- een wond die ontstaat door een beet van een mens of dier
- De beveiligingsman wist de groepen met zijn hond te scheiden en het slachtoffer te verlossen. Tijdens het optreden werd een verdachte uit Meppel door de hond gebeten. Ook een tweede persoon liep een bijtwond op in zijn hand. [1]
- De portier van een nachtclub werd in 1980 opgepakt na een tip. Edith zou haar moordenaar hebben gebeten en H. had een bijtwond aan zijn pink. In zijn huis werden bloedsporen van Tialda en Emy gevonden. [2]
- Een man die nabij het Spaanse Alicante in zee aan het zwemmen was, is gisteren in zijn hand gebeten door een haai. De 40-jarige Spanjaard werd met een fikse bijtwond in zijn hand naar het ziekenhuis gebracht. [3]
Gangbaarheid
- Het woord bijtwond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijtwond' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 02-09-12 Almeloër (18) mishandelt man uit Assen
- Tubantia 22-07-15 Beruchte seriemoordenaar Koos Hertogs (65) overleden
- Tubantia 10-01-17 Haai bijt man in hand aan de Spaanse Costa Blanca
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.