bijrijder
Nederlands
Woordafbreking
- bij·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en rijder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijrijder | bijrijders |
verkleinwoord | bijrijdertje | bijrijdertjes |
Zelfstandig naamwoord
bijrijder m
- (beroep) iemand die voorin de auto zit naast de chauffeur en de chauffeur kan helpen
- Een bijrijder helpt bij het wijzen van de weg en bij het laden en lossen van de auto
Gangbaarheid
- Het woord bijrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijrijder' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.