bijrijder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijrijder bijrijders
verkleinwoord bijrijdertje bijrijdertjes

Zelfstandig naamwoord

bijrijder m

  1. (beroep) iemand die voorin de auto zit naast de chauffeur en de chauffeur kan helpen
    • Een bijrijder helpt bij het wijzen van de weg en bij het laden en lossen van de auto 

Gangbaarheid

  • Het woord bijrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.