rijder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijĀ·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rijden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord rijder rijders
verkleinwoord rijdertje rijdertjes

Zelfstandig naamwoord

rijder m

  1. iemand die een rijdier of voertuig berijdt
    • Meer dan 40 procent van de zakelijke rijders overweegt serieus een elektrische auto die een bijtelling heeft van slechts tien procent. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord rijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.