bijgenaamd
Nederlands
Woordafbreking
- bij·ge·naamd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en genaamd [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | bijgenaamd |
verbogen | |
partitief | bijgenaamds |
Bijvoeglijk naamwoord
bijgenaamd [2]
- de bijnaam hebbende
- - Pinarello, de verwenconstructeur van Team Sky, zoekt de schokdemping juist aan de achterkant van het frame: een hydraulisch systeempje dat elektronisch gestuurd wordt door sensoren die ook in de duurdere smartphones zitten. Alles volautomatisch, al kan de renner naar wens ook op de handmatige piloot. Met de Italiaan Moscan, bijgenaamd ‘de tractor’, scoorde Sky met broeder Pinarello niet slecht.[3]
Gangbaarheid
- Het woord bijgenaamd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijgenaamd' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- bijgenaamd op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Peter Winnen 11 april 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.