bezuiniging
Nederlands
Woordafbreking
- be·zui·ni·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bezuinigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezuiniging | bezuinigingen |
verkleinwoord | bezuiniginkje | bezuiniginkjes |
Zelfstandig naamwoord
bezuiniging v
- (economie) een handeling of besluit met als doel de uitgaven te beperken
- Het parlement heeft ingestemd met ingrijpende bezuinigingen.
- De minister heeft een bezuiniging van 200 miljoen euro aangekondigd.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bezuiniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezuiniging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.