ontroerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·roerd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontroeren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ontroerdontroerderontroerdst
verbogen ontroerdeontroerdereontroerdste
partitief ontroerdsontroerders-

Bijvoeglijk naamwoord

ontroerd

  1. een staat waarin een persoon verkeert als iets hem of haar emotioneel geraakt heeft
    • De leerling was ontroerd en aangeslagen door wat er vanmiddag in de klas was gebeurd. 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ontroeren

ontroerd

  1. voltooid deelwoord van ontroeren

Gangbaarheid

  • Het woord ontroerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.