bevoorraden
Nederlands
Woordafbreking
- be·voor·ra·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevoorraden |
bevoorraadde |
bevoorraad |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bevoorraden
- overgankelijk voorzien van benodigdheden
- De van de buitenwereld afgesneden stad kon enige tijd niet bevoorraad worden.
- wederkerend zich ~; zichzelf van de nodige zaken voorzien
- Hij bevoorraadde zich met genoeg voedsel om de winter door te komen.
Vertalingen
1. voorzien van benodigheden
Gangbaarheid
- Het woord bevoorraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevoorraden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.