bevoorraden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voor·ra·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevoorraden
bevoorraadde
bevoorraad
zwak -d volledig

Werkwoord

bevoorraden

  1. overgankelijk voorzien van benodigdheden
    • De van de buitenwereld afgesneden stad kon enige tijd niet bevoorraad worden. 
  1. wederkerend zich ~; zichzelf van de nodige zaken voorzien
    • Hij bevoorraadde zich met genoeg voedsel om de winter door te komen. 
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevoorraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.