beuzelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beu·ze·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van beuzelen met het achtervoegsel -aar.
enkelvoud meervoud
naamwoord beuzelaar beuzelaars
verkleinwoord beuzelaartje beuzelaartjes

Zelfstandig naamwoord

beuzelaar m

  1. iemand die zich te vaak en te lang bezig houdt met onbenullige zaken
  2. iemand die onnodige kritiek levert
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord beuzelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.