beu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beu    (hulp, bestand)
  • IPA: /bø/
Woordafbreking
  • beu
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1621 [1]
stellend
onverbogen beu
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

beu

  1. alleen predicatief met oorzakelijk voorwerp: iets ~ zijn: niet langer iets onaangenaams door de vingers willen zien
    • Hij was die vervelende houding meer dan beu. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  beu    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

beu v

  1. (spreektaal) cannabis, wiet [1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.