vertrouwd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·trouwd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vertrouwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vertrouwdvertrouwdervertrouwdst
verbogen vertrouwdevertrouwderevertrouwdste
partitief vertrouwdsvertrouwders-

Bijvoeglijk naamwoord

vertrouwd [1]

  1. op de hoogte van, bedreven in
  2. met wie men intiem omgaat
  3. wat men gewend, gewoon is
  4. waarop men vertrouwen kan
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vertrouwen

vertrouwd

  1. voltooid deelwoord van vertrouwen

Gangbaarheid

  • Het woord vertrouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.