betichte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·tich·te
enkelvoud meervoud
naamwoord betichte betichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

betichte v / m

  1. (juridisch) beschuldigde
Afgeleide begrippen
  • betichting

Werkwoord

vervoeging van
betichten

betichte

  1. aanvoegende wijs van betichten

Gangbaarheid

  • Het woord betichte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.