berouw
Nederlands
Hyponiemen
- galgberouw, naberouw
Afgeleide begrippen
- berouwhebbend, berouwvol
Uitdrukkingen en gezegden
- Berouw komt na de zonde
als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw
- Berouw komt steeds te laat
als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
berouwen |
berouw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich berouwen
- Ik berouw me.
- gebiedende wijs van zich berouwen
- Berouw je!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich berouwen
- Berouw je je?
Gangbaarheid
- Het woord berouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'berouw' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.