benodigen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: benodigen (hulp, bestand)

Woordafbreking

be·no·di·gen

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van nodig met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
benodigen	benodigde	benodigd
zwak -d	volledig

Werkwoord

benodigen

overgankelijk nodig hebben

- De ondersteuning van het leger was benodigd om het karwei te klaren.

Verwante begrippen

nodig

Vertalingen

1. nodig hebben

Duits: benötigen ^(de)
Engels: need ^(en)
Frans: avoir besoin de ^(fr)
Grieks: χρειάζομαι ^(el)
Ido: Bezonar ^(io)
Italiaans: aver bisogno di ^(it)

Latijn: egere ^(la)
Noors: trenge ^(no)
Nynorsk: trenga ⁽ⁿⁿ⁾, trenge ⁽ⁿⁿ⁾, trengja ⁽ⁿⁿ⁾, trengje ⁽ⁿⁿ⁾
Pools: potrzebować ^(pl)
Roemeens: avair basegn da ^(ro)
Spaans: necesitar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord 'benodigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.