beminde
Nederlands
Woordafbreking
- be·min·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beminde | beminden |
verkleinwoord | bemindetje | bemindetjes |
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beminnen |
beminde
- enkelvoud verleden tijd van beminnen
- Ik beminde.
- Jij beminde.
- Hij, zij, het beminde.
- Ik beminde.
Gangbaarheid
- Het woord beminde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beminde' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.