beltegoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bel·te·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beltegoed beltegoeden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

beltegoed o

  1. resterend bedrag of tijd waarvoor men nog kan telefoneren met je mobiele telefoon
    • Mijn beltegoed is op. 

Gangbaarheid

  • Het woord beltegoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.