belkaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bel·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belkaart belkaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

belkaart v / m

  1. kaart (met chip) die men koopt en waarmee men voor een bepaald bedrag kan telefoneren

Gangbaarheid

  • Het woord belkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.