belenen
Nederlands
Woordafbreking
- be·le·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
belenen |
beleende |
beleend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
belenen
- overgankelijk als onderpand voor een lening gebruiken
- Dit stuk antiek kan in een pandjeshuis beleend worden.
- overgankelijk (geschiedenis) in het leenstelsel (het feodale stelsel) werd door de leenheer iemand met een leen begiftigd
- 17 februari 1404: Notitie dat hertog Willem beleende den heer van Egmond en van IJsselsteyn met alsulk goed, als hij tot dezen dage toe van de graaflijkheid van Holland in leen gehouden heeft.
Vertalingen
1. als onderpand voor een lening gebruiken
Gangbaarheid
- Het woord belenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'belenen' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.