bekommernis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kom·mer·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bezorgdheid’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • naamwoord van handeling bekommeren met het achtervoegsel -enis [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bekommernis bekommernissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bekommernis v [3]

  1. zorgen om iets of iemand hebben
    • Als Renders boodschappen doet, dan speelt vaak haar geweten op. Zoals bij zovele anderen, zegt ze. Als consument wil ze namelijk duurzaam kopen uit bekommernis met de natuur en de boeren, maar eenmaal voor het schap staand, weet ze niet waar te beginnen wegens een gebrek aan kennis.[4] 
    • Op de twaalfde en voorlaatste procesdag rond de 55-jarige Hardy heeft de moordenaar na de replieken van alle partijen het laatste woord gekregen. Zijn grootste bekommernis bleek dat hij nooit meer in de gevangenis wil zitten. ‘Ik zal de mensen maximaal proberen vergoeden, maar stuur me alstublieft niet terug naar de gevangenis’, klonk het.[5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekommernis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.