beklemt
Nederlands
Woordafbreking
- be·klemt
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / beˈklεmˀd /
Woordafbreking
- be·klemt
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Middelnederduitse werkwoordsvorm "beklemmen"
Naar frequentie | 112361 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | beklemt | ||
o enkelvoud | beklemt | |||
meervoud | beklemte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
beklemte |
Bijvoeglijk naamwoord
beklemt
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bəˈklemt /
Woordafbreking
- be·klemt
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het verouderde Noorse werkwoord beklemme
Naar frequentie | 75415 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | beklemt | ||
o enkelvoud | beklemt | |||
meervoud | beklemte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
beklemte |
Bijvoeglijk naamwoord
beklemt
Werkwoord
beklemt
- verouderde spelling of vorm van trykt (van trykke)
beklemt
- verouderde spelling of vorm van tyngd (van tynge)
Afgeleide begrippen
- beklemmelse
- beklemmende
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.