onzeker
Nederlands
Woordafbreking
- on·ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onzeker | onzekerder | onzekerst |
verbogen | onzekere | onzekerdere | onzekerste |
partitief | onzekers | onzekerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onzeker
- waarvan de afloop niet vaststaat
- Door de acties van de Europese Centrale Bank is de financiële wereld een stuk minder onzeker geworden.
Gangbaarheid
- Het woord onzeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onzeker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.