behoefte

Een olifant na het doen van zijn behoefte [2]

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  behoefte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbə'huftə/
Woordafbreking
  • be·hoef·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wat men nodig heeft, gebrek’ voor het eerst aangetroffen in 1253 [1]
  • Naamwoord van handeling van behoeven met het achtervoegsel -te
enkelvoud meervoud
naamwoord behoefte behoeften, behoeftes
verkleinwoord (behoeftetje) (behoeftetjes)

Zelfstandig naamwoord

behoefte v

  1. iets wat benodigd is
    • Ik kan mezelf niet in eigen behoeften voorzien. 
  1. ~ doen: poepen
    • De hond doet zijn behoefte in de goot naast het trottoir. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • behoefteschip
Uitdrukkingen en gezegden

behoefte aan iets hebben

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord behoefte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.