behoefte
![](../I/m/Defecated_elephant_in_Sri_Lanka.jpg)
Een olifant na het doen van zijn behoefte [2]
Nederlands
Woordafbreking
- be·hoef·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wat men nodig heeft, gebrek’ voor het eerst aangetroffen in 1253 [1]
- Naamwoord van handeling van behoeven met het achtervoegsel -te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behoefte | behoeften, behoeftes |
verkleinwoord | (behoeftetje) | (behoeftetjes) |
Zelfstandig naamwoord
behoefte v
- iets wat benodigd is
- Ik kan mezelf niet in eigen behoeften voorzien.
- ~ doen: poepen
- De hond doet zijn behoefte in de goot naast het trottoir.
Hyponiemen
- financieringsbehoefte, levensbehoefte, zorgbehoefte
Afgeleide begrippen
- behoefteschip
Uitdrukkingen en gezegden
behoefte aan iets hebben
Vertalingen
behoefte aan iets hebben
Gangbaarheid
- Het woord behoefte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'behoefte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.