behaagzucht
Nederlands
Woordafbreking
- be·haag·zucht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van behaag ww en zucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behaagzucht | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
behaagzucht v/m [1]
- het overdreven verlangen om het anderen naar de zin te maken, en met name om anderen te verleiden
- Olyslaegers maakt invoelbaar hoe de gruwelijkheden die zich voor Wils neus afspelen, uitgevoerd zowel door leden van het verzet als door de collaboratie, maar nauwelijks met politiek of morele standpunten te maken hebben. Veeleer zijn de beweegredenen particulier: winstbejag, persoonlijke wrok, behaagzucht en - hoe banaal kun je het krijgen? - verveling.[2]
Vertalingen
1. het overdreven verlangen om het anderen naar de zin te maken, en met name om anderen te verleiden
Gangbaarheid
- Het woord behaagzucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.