bedrijfseconoom
Nederlands
Woordafbreking
- be·drijfs·eco·noom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedrijf zn en econoom zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfseconoom | bedrijfseconomen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bedrijfseconoom m [1]
- (economie) (bedrijf) (beroep) een persoon die is afgestudeerd in de bedrijfseconomie
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfseconoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.