bedde
Nederlands
Woordafbreking
- bed·de
Woordherkomst en -opbouw
- bed met de uitgang -e
Werkwoord
bedde
- Hij bedde zich opnieuw in het lome gevoel van behagen en sliep weer in. [2]
- (verouderd) aanvoegende wijs van bedden
- Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar. [3]
Verwijzingen
- Perron, E.du "brief aan P.N. van Eyck" (11 maart 1940) op website: http://dbnl.org; geraadpleegd 2016-11-05
- Eerbeek, J.K. van "Patiënten" in: Liter. jrg. 5 nr. 22/23 (mei/juli 2002) Boekencentrum Uitgevers, Zoetermeer; p. 31; geraadpleegd 2016-11-05
- Psalmen 139:8 in Statenvertaling op website:statenvertaling.net; geraadpleegd 2016-11-05
Nedersaksisch
Stellingwerfs
Twents
Veluws
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.