basstem
Nederlands
Woordafbreking
- bas·stem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bas en stem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basstem | basstemmen |
verkleinwoord | basstemmetje | basstemmetjes |
Zelfstandig naamwoord
basstem v/m
- (muziek) een lage mannenstem
- Hij heeft een prachtige basstem.
- (muziek) de laagste stem in een stuk muziek van vier of meer stemmen
- In de renaissance werd er aan de voorheen gebruikelijke cantus, contratenor en tenor een vierde stem, de basstem toegevoegd.
Gangbaarheid
- Het woord basstem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'basstem' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.