basisprobleem
Nederlands
Woordafbreking
- ba·sis·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis zn en probleem zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basisprobleem | basisproblemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
basisprobleem o
- de fundamentele oorzaak van veel andere moeilijkheden
- “We waren het alle drie eens dat er iets ongelooflijks aan het gebeuren is in onze maatschappij. Absenteïsme kost meer dan werkloosheidsuitkeringen”, vertelt De Winne. “Via ons boek willen we aankaarten dat het basisprobleem niét aangepakt wordt. Met alleen teambuildings, fruitautomaten of pingpongtafels komen we er niet.[1]
- Volgens Klabbers willen priesters koste wat kost het imago van het priesterschap zuiver houden. Er is „terechte schaamte”, maar die zorgt ervoor dat er wordt gezwegen „uit piëteit met de slachtoffers”. „Het basisprobleem is dat de kerk de geestelijke stand beschermt.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord basisprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Standaard 26/04/2016 Burn-out op het werk: ‘Leidinggevenden onderschatten hun impact’
- de Telegraaf 25 apr. 2014 'Kerk ziet zaken nog steeds als incidenten'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.