barkruk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·kruk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord barkruk barkrukken
verkleinwoord barkrukje barkrukjes

Zelfstandig naamwoord

barkruk v/m

  1. een hoge kruk zonder leuning de gebruikt wordt om aan de bar van een café te kunnen zitten.
    • De dronken man viel van zijn barkruk af. 

Gangbaarheid

  • Het woord barkruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.