bandijk
Nederlands
Woordafbreking
- ban·dijk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rivierdijk’ voor het eerst aangetroffen in 1284 [1]
- samenstelling van ban ww en dijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandijk | bandijken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bandijk m
- (waterstaat) rivierdijk, geschikt om de hoogste waterstanden bij open rivier te keren
Gangbaarheid
- Het woord bandijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bandijk' herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.