balsahout
Nederlands
Woordafbreking
- bal·sa·hout
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lichte houtsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- samenstelling van balsa zn en hout zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balsahout | - |
verkleinwoord | balsahoutje | - |
Zelfstandig naamwoord
balsahout o [3]
- zeer licht houtsoort, afkomstig van de snel groeiende Zuid-Amerikaanse balsaboom Ochroma pyramidale
Gangbaarheid
- Het woord balsahout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'balsahout' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.