bakster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bak·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bakken met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord bakster baksters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bakster v [1]

  1. (beroep) vrouw die bakt
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bakster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.