badkamervloer
Nederlands
Woordafbreking
- bad·ka·mer·vloer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van badkamer en vloer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badkamervloer | badkamervloeren |
verkleinwoord | badkamervloertje | badkamervloertjes |
Zelfstandig naamwoord
badkamervloer m
- bodem van het vertrek waar men zich kan wassen, meestal met tegels of ander waterbestendig materiaal afgewerkt
Vertalingen
1. bodem van het vertrek waar men zich kan wassen, meestal met tegels of ander waterbestendig materiaal afgewerkt
Gangbaarheid
- Het woord badkamervloer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.