badjuffrouw
Nederlands
Woordafbreking
- bad·juf·frouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en juffrouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badjuffrouw | badjuffrouwen |
verkleinwoord | badjuffrouwtje | badjuffrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
badjuffrouw v
- Vrouw die toezicht houdt in een zwembad en vaak ook zwemles geeft
- Durft hij de sprong in het diepe aan of moet hij geholpen worden door badjuffrouw Pamela, die haar pupillen met liefdevolle doch besliste hand begeleidt bij het halen van hun zwemdiploma.
Gangbaarheid
- Het woord badjuffrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'badjuffrouw' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.