badenkaart
Nederlands
Woordafbreking
- ba·den·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en kaart met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badenkaart | badenkaarten |
verkleinwoord | badenkaartje | badenkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
badenkaart v/m
- toegangsbewijs voor een zwembad dat recht geeft op een aantal keren toegang en gebruik van het zwembad
- Met een 10-badenkaart mag ik 10 keer gaan zwemmen.
Gangbaarheid
- Het woord 'badenkaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.