babygeur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babygeur babygeuren
verkleinwoord babygeurtje babygeurtjes

Zelfstandig naamwoord

babygeur m

  1. wat men kan ruiken in de buurt van een baby
    • Ach ja, wat gebeurt er met ons als we voor het eerst dat bundeltje onschuld in de armen houden, dat zoete babygeurtje opsnuiven, die mollige vingertjes zich om onze vingers klemmen. Ik weet het niet. [1] 
  1. een geur die lijkt op die van een baby maar niet wordt veroorzaakt door een baby
    • Ik maak het pakje open. Een zachte babygeur kringelt naar buiten. Mij goed. In de ingrediëntenlijst staan verder ook geen parabenen. Tenslotte zijn parabenen de nieuwe vijand. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'babygeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 04 jan. 2016 [https://www.telegraaf.nl/nieuws/461495/addergebroed-dat-is-het Addergebroed, dat is het!
  2. De Standaard 13 JUNI 2015 An Olaerts Festivalgadgets getest
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.