babybox

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·box
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘looprek’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • pseudo-Engels
  • samenstelling van  baby   en  box   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord babybox babyboxen
verkleinwoord babyboxje babyboxjes

Zelfstandig naamwoord

babybox m

  1. een, vaak van hout gemaakt, min of meer vierkant meubelstuk omlijst door spijlen met een leuning erop waarin een baby of peuter veilig aanwezig kan zijn.

Gangbaarheid

  • Het woord babybox staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.