babybox
Nederlands
Woordafbreking
- ba·by·box
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘looprek’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- pseudo-Engels
- samenstelling van baby en box [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babybox | babyboxen |
verkleinwoord | babyboxje | babyboxjes |
Zelfstandig naamwoord
babybox m
- een, vaak van hout gemaakt, min of meer vierkant meubelstuk omlijst door spijlen met een leuning erop waarin een baby of peuter veilig aanwezig kan zijn.
Gangbaarheid
- Het woord babybox staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'babybox' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.